ROKEN

Tolerantie & hormese. Of wel: gevoel en feiten.


Ik ben dol op mijn pijp en mijn vrijheid. Die twee hadden tot voor kort niet met elkaar te maken. Maar dat verandert. Dankzij een rabiate overheid, die fanatiek elke waan volgt, die van de andere kant van de oceaan overwaait. Op 1 juli verergert het antirook gedoe opnieuw. De vrijheidsbeperking zou, ook als ik niet rookte, mijn ergernis wekken. Dat doet het verbod op ‘drugs’, de verplichte motorhelm, de bemoeienis met mijn autogordel en het gedram over terrorisme ook. Ik gebruik geen drugs, afgezien van een 'sticky' zo eens in het jaar en ik rijd geen motor. Een autogordel zou ik op de meeste ritjes omgespen, ook als die niet geboden was. Maar ik heb er een hekel aan, dat de overheid mij ertoe verplicht. Terrorismebestrijding door een systeem dat zelf blunder op blunder stapelt, hoeft voor mij ook niet zo hard. 10 – 20% van de gestraften en beboetten in het land is onschuldig. Heeft iemand een idee van hoeveel mensen de overheid op die manier het levensgeluk vernietigt? En het terroristisch gevaar? Sinds 1672 hebben we hier in vredestijd, geloof ik, drie4 terroristische aanslagen met dodelijke afloop gehad. Wie maakt zich daarover nou druk? Maar mijn brave gezagsgetrouwe medeburgers, schuldbewuste angsthazen, offeren zonder slag of stoot telkens opnieuw stukken van hun persoonlijke vrijheid vanwege de vermeende dreiging. Ze beseffen niet, dat het grote gevaar door de eeuwen heen de overheden zijn geweest. Het kwaad, dat boeven aanrichtten, zinkt daarbij in het niet. Een klein foutje van Bush en +50.000 Irakse burgers leggen het loodje, om maar even iets te noemen. Kijk eens naar de zaak Lucia, of naar de Schiedammer Parkmoord, of nu weer naar de de zaak Kevin Sweeney. Wij zouden dus uiterst kritisch moeten zijn jegens alles, wat de slagkracht van de machthebbers vergroot. En wanneer nieuwe maatregelen niet dienen om mensen tegen elkaar te beschermen, maar ons tegen onszelf, zouden we ze altijd over de hele linie briesend moeten afwijzen; 'waar bemoei je je mee?'
“Hier duldt de grond geen dwingelandij, waar vrijheid eeuwen stond.”
Zong ik vroeger uit volle borst. Nu is het:
“Hier waakt de regering over mij, zodat ik niet kan draaien met mijn kont.”

In deze zin, maar met nettere woorden, uitte ook Hans Crombag, rechtspsycholoog te Maastricht, zich onlangs in het maandblad M1. Hij bestrijdt de antirook maatregelen met een beroep op het recht op individuele vrijheden, waarbij hij uitvoerig John Stuart Mill citeert.
Ik zou daar nog een maatschappelijk argument aan toe willen voegen. Een democratische samenleving respecteert de rechten van minderheden. Daar waar het niet anders kan, moet de meerderheid beslissen. Maar als een besluit overbodig is, laat minderheden dan hun gang gaan. Met die wijsheid is ons land eeuwen bestuurd. Katholieken werden getolereerd, prostituees mochten een wipje aanprijzen, joden hun synagogen inrichten, junks werden gedoogd, Friezen mochten hun eigen bargoens spreken enz. Het resultaat was een land met een criminaliteit lager dan in omringende landen en een gezagsgetrouwe bevolking. Op die sociale homogeniteit wordt nu ingeteerd. Een minderheid, zo’n 30% van de volwassen Nederlanders, rookt en wordt gediscrimineerd. Welk lot treft hen? Nergens, behalve thuis en – nu nog – op straat en in hun auto mogen ze hun verslaving botvieren. Op tochtige stations, waar een gierende wind het vuur van hun sigaretten blaast, worden ze beboet. In treinen met tien rijtuigen mag zelfs geen enkele coupé voor hen worden gereserveerd. In mede door hen gefinancierde overheidsgebouwen, of in met eigen handen opgebouwde bedrijfsruimten worden ze de straat op gejaagd. In café’s, waar de eigenaar en de hele bediening zelf roken, moeten klanten en personeel buiten op de stoep gaan zitten om 'toeback te suygen'. Wat is dit voor oppressie door een meerderheid? Is dat Nederlands? Is dat tolerant? Het is gewoon, eigenwijze betweterij van een gelovige meerderheid, die de domme verslaafden wel eens even op het rechte pad zal helpen. In een echte, vitale democratie, zet men een derde van de bevolking niet zo maar opzij. Het resultaat zal er naar zijn. Ongehoorzaamheid, disloyaliteit, omkoping van controleurs, grotere onverschilligheid t.o.v. regels en voorschriften in het algemeen, kortom meer verloedering.
Misschien moet eerst een verslaafd politicus op een koude vriesnacht voor zijn stamkroeg een longontsteking oplopen, voor we een bijstelling van deze knelwet beleven.

Na wat stoom te hebben afgeblazen, wil ik mijn wetenschappelijke twijfels aan de antirookwijsheid kwijt. Roken is slecht. Dat weet toch iedereen? Welnu, als dat waar is, heeft iedereen het mis. Paracelsus wist al rond 1500, dat er geen vergiften zijn, alleen vergiftige doses. Tegenwoordig heet de theorie, waarvan hij een sluiertip lichtte: Hormese, of hormesis. Wat houdt die in? Wel het blijkt, dat er vrijwel geen stoffen zijn, die wij tot ons nemen, die geen hormese gedrag vertonen. Sterker, ik ken geen enkele, niet hormetische, stof. Kijk naar de figuur. Daarin is de kans om dood te gaan aan het gebruik van een stof uitgezet tegen de hoeveelheid van die stof. Ik begin neutraal.

Wortelsap.

Caroteen is een stof, die ons vitamine A bezorgt. Een stof, die het lichaam nodig heeft. Bekend is, dat we bij te weinig A last krijgen met onze ogen en nog zo wat meer. Geen vitamine A leidt tot blindheid en blinde mensen zouden zonder hulp snel het loodje leggen.

Maar…, drink drie liter wortelsap achter elkaar en de lever wordt zo ernstig beschadigd, dat de patiënt niet meer te redden is. Tussen deze beide uitersten is er een optimum bij punt (b,B%) in de figuur. Bij opname van een hoeveelheid b is de kans op doodgaan het laagst.

Probeer water.

Zonder water sterven we binnen enkele dagen. Het is een absolute noodzaak voor het lichaam. Maar drink geen 10 liter water op een middag. Dat is ook dodelijk. Nog onlangs overleed een dame in Californië, die een water drinkwedstrijd had gewonnen.
Welke stof je ook neemt, suiker, zout, vet, aardappelen, spinazie, bananen, alcohol, koffie, arsenicum, telkens is er hetzelfde patroon. De hoeveelheden verschillen per stof, van milligrammen voor de ene tot kilogrammen voor de andere; maar het patroon op schaal is hetzelfde. Het is denkbaar, dat er een stof is met een sterftekansverloop zoals de rode lijn aangeeft. (Ik ken dus zo'n stof niet2.) D.w.z. een stof, die in welke kleine hoeveelheid ingenomen ook, de sterftekans verhoogt. Maar voor alle honderde stoffen, die wij normaal innemen geldt de curve met het minimum en een toename van de sterftekans bij lagere èn bij hogere doses. Aan de lage kant zijn er stoffen, zoals water, waar de kans om dood te gaan weer tot 100% stijgt, terwijl andere stoffen bij totale afwezigheid door andere vervangen kunnen worden. Daar loopt de lijn bij dosis "0" dus niet op tot 100%. Bij Arsenicum is de gunstige hoeveelheid heel klein. En vermoedelijk is het gunstige effect – de daling van de sterftekans bij een klein beetje – alleen het gevolg van het uiterst kleine risico dat iemand u ooit met arsenicum zou willen vergiftigen. Enige gewenning tevoren maakt u dan minder kwetsbaar. De inwerking van een stof op het lichaam kan namelijk op allerlei manieren plaatsvinden. Er kan een gunstig effect zijn op subsysteem A bij een kleine dosis en een ongunstig effect op subsysteem B bij een veel grotere, dat dan uiteindelijk de overhand krijgt. Alcohol inname is daarvan een recent ontdekt voorbeeld. Een alcoholist ruïneert op den duur zijn lever. Het gevolg daarvan is desastreus voor alle mogelijke delen van lichaam, die met niet of slecht gezuiverd bloed voort moeten. Maar de lever kan een kleine dagelijkse hoeveelheid alcohol best aan en wat blijkt? Juist, die kleine hoeveelheid is goed voor de stimulering van de bloedsomloop, m.a.w. voor het hart en andere delen van het lichaam, die van een stevige circulatie profiteren. De ontdekking van het hormesisch karakter van alcohol was een grote slag voor de anti-alcohol beweging. Sindsdien vervolgt die zijn overigens nuttige werk op een minder aansprekende, maar wel rationelere basis.

Hoe is het nu met roken?

Om te beginnen krijgen we door te roken, of door ‘mee te roken’ een mengsel van verschillende stoffen binnen. Sommige blijven in de luchtwegen en doen daar hun werk, andere, zoals nicotine worden via het slijmvlies van mond en longen in het bloed opgenomen. Het resultaat van roken is dus lastig te onderzoeken, omdat er zoveel verschillende effecten zijn. Bovendien inhaleert de een meer dan de ander en zo zijn er nog meer verschillen. Het is al lang bekend, dat zware rokers, denk aan drie pakjes sigaretten per dag, een grote hypotheek leggen op hun gezondheid. In een testgroep van hen komen zoveel vaker, longkanker en hart- en vaatziekten voor, dat aan verhoging van de sterftekans bij die hoeveelheden geen twijfel bestaat. Men verkeert in het traject (c - L) in de hormese figuur3. De vraag is nu, hoe de curve verloopt bij lagere doses? Welnu ook in het traject 1 - 2 pakjes per dag hebben verschillende onderzoeken aan het licht gebracht, dat de sterftekans groter is dan bij mensen die niet roken. Wanneer men echter tracht die metingen te doen bij nog lagere doses, stuit men op het probleem, dat ook niet-rokers soms overlijden aan hart en vaatziekten of aan longkanker. Een truc, die dan wordt toegepast, is dat men de redelijk betrouwbare bepalingen bij hoge doses lineair extrapoleert naar de nulwaarde. Dus een lijn trekt van een gemeten punt dichtbij (L,100%) naar (0,A%), de rode lijn. Van die lijn is alleen het beginpunt (0,A%) en het hoge doses deel redelijk nauwkeurig bekend. Laten we een getallen voorbeeld nemen. In een populatie sterven jaarlijks 5000 niet-rokers aan longkanker, zeg 1% van de sterfgevallen. In die zelfde populatie sterft 30% van de 3 pakjes per dag rokenden aan longkanker. Als de hele bevolking even zwaar zou roken als zij, zouden er dus 150.000 mensen aan die aandoening sterven. Vervolgens trekt men de conclusie, 3 pakjes is 75 sigaretten, dus als de hele bevolking 1 sigaret per dag zou roken, zou dat de dood van 1933 mensen tot gevolg hebben. Indien de rode lijn voor het roken van sigaretten zou gelden, zou dat precies kloppen. Volgens dezelfde redenering zou een meeroker in een ruimte bezwangerd van tabaksrook, die na daarin een hele dag te hebben gebivakkeerd, misschien het equivalent van een hele zelfgerookte sigaret zou hebben opgesnoven, zijn kans op longkanker met ca 40% verhoogd zien. Er moet wel ongelofelijk veel rook in een ruimte hangen voor een nietsvermoedende abstinist het equivalent van een hele eigen gerookte sigaret zou hebben opgezogen. Maar vooruit, het zou een zorglijke uitkomst zijn. Maar wij kennen geen stoffen, die de de rode lijn volgen! Waarom zou dat voor tabak anders zijn?
Het probleem is, dat gevolgen van lage doses zo moeilijk te onderzoeken zijn. Men moet te grote hoeveelheden proefpersonen in het onderzoek betrekken. En dan stuiten we op het probleem dat de een in een stoffige stad woont, de ander aan een snelweg, die in een chemische fabriek werkt, die een andere aandoening heeft enz. Het gebied (0,A%) (0,0%) (c,0%) (c,A%) voor roken is terra incognito. Enkele jaren geleden maakten verbeterde diagnostische methoden het mogelijk bij een niet rokende overledene vast te stellen of hij een meeroker was tijdens zijn leven. Die diagnose is zelfs bij geringe meerokerinname nog mogelijk. Het werd door de anti-rook activisten gretig aangegrepen: zie je wel, je kunt precies zien, of iemand geleden heeft onder de rook van anderen! Dat is natuurlijk verlakkerij. Je kunt alleen zien, of er in zijn nabijheid is gerookt, maar niet of de gevolgen voor hem schadelijk waren. Het effect van lage doses is niet bekend. Het is op grond van wat we van andere stoffen weten, integendeel plausibel dat er een omslagpunt bestaat, waaronder de levenskansen toe- in plaats van afnemen. Of dat punt ligt bij één sigaret, of bij vijf, weten we niet. Misschien bij een halve, of bij nog minder. Maar er is geen reden om aan te nemen, dat er uitgerekend voor tabak geen omslagpunt is. Er is in tegendeel reden om aan te nemen dat het er wel is. Nicotine heeft een vrijwel instantaan kalmerend effect. Hoeveel ruzies en vechtpartijen worden in een bevolking van 16 miljoen dagelijks voorkomen doordat iemand tijdig even een trekje neemt? Hoeveel van de toegenomen agressie in passagiersvliegtuigen is het gevolg van het rookverbod? En in andere vormen van openbaar vervoer? Wat zal het gevolg zijn van het rookverbod in bars e.d. waar het agressie stimulerende alcoholische vocht vrijelijk verkocht wordt? Wie zal de slachtoffers tellen en hoe? Dus zelfs als er lichamelijk geen enkel nuttig effect van roken kan worden gevonden, is er toch reden om aan te nemen, dat sociaal gezien, roken positieve effecten heeft, die de sterftekans in de populatie gunstig beïnvloedt.

Met onze kennis van feiten en rekening houdend met de hormesische theorie is er geen reden voor de overheid om roken te pas en te onpas te verbieden. De negatieve gevolgen van een verbod zijn evident. Wat zou er dan wel moeten gebeuren? Wel het antwoord daarop is hetzelfde, als voor alle andere verboden en voorschriften, die mensen tegen zichzelf beschermen: voorlichting en daarmee basta.


Wees voorzichtig in het verkeer, niet ‘blijf thuis’.
Wees matig met 'drugs' en alcohol, niet ‘drink of snuif nooit en te nimmer’.
Rook niet te veel.
Aai geen vreemde honden.
Draag een helm op een motor.
Doe uw veiligheidsriem om.
Gebruik een condoom, als je buitenshuis plezier maakt.
Was je handen voor je voedsel aanraakt.
.....

Ik doe graag mee aan de voorlichting onder rokers om het kalm aan te doen. Maar leugens als ‘roken is dodelijk’, die de overheid nu verspreidt, daarvoor pas ik. De overheid zaait storm door het publiek voor te liegen. Dat ondermijnt het vertrouwen. Het gevoel 'dit is onze overheid' verdwijnt. In plaats daarvan komt 'wullie en zullie'. Waarom zou het publiek niet gaan terugliegen?

Kortom het anti rook beleid is rampzalig!

Nieuwegein, 2008 06 14.

________

  1. Maandblad M van NRC/H’bld, juni 2008, p. 13/14.
  2. Onlangs vernamen we dat zelfs een lage dosis radioactiviteit gunstig zou uitpakken. Zie http://www.richel.org/hormese/
  3. Zware rokers staan nog aan andere ongemakken bloot. Hun huid verliest zijn soepelheid en wordt ruw.  Het zenuwstelsel wordt aangetast; wat leidt tot dromen en angsten. Bij zwangerschap is er schadelijke invloed op de vrucht.
  4. (Toevoeging op 2008 11 21) De geschiedenis is minder mooi, dan ik het hier voorstel. Sinds 1970 hebben we in vredestijd, afhankelijk van wat je er onder verstaat, 10 terroristische moorden gehad. Dat is 1 slachtoffer in ca. 4 jaar. Vergelijk dat met 800 verkeersdoden per jaar. Terwijl toch niemand bang is vanwege het verkeer de straat op te gaan?