Een vorige premier
verraste zijn Europese collega's door voor Nederland een plaats te claimen in
de voorhoede van de kenniseconomie-parade. Zijn opvolger liet ongemerkt het
woordje 'kennis' weer overal wegstrepen. Alleen universiteiten pruttelden.
Maar als belanghebbenden
tellen die niet. De censor vergat een postje. Het was weliswaar incidenteel,
maar niet zo klein: 800 miljoen Euro, extra aardgasbaten, bestemd voor kennis.
Stroop lokt
vliegen. Elk ministerie had wel een koosproject dat bij de begrotings-stoelendans
was afgevallen. Dus de streepjespakken stechelden een jaar over een verdelingsaanpak,
die hoop bood voor de gevallenen; als ze tenminste 'pre-pre-competitief' waren
en direct toepasbaar. Niemand lachte, wat op zich al een giller is.
De beoordeling
van de projecten is geen sinecure. De regering steunt ervoor op zijn planbureaus,
op de akademie van wetenschappen, op onafhankelijke buitenlanders en op een
groep wichelaars. (Dit laatste is een bestuurlijke innovatie, waarvan de
oorsprong ligt in 5000 jaar oude pre-pre-competitieve Babylonische kennis.)
Onderzoekers beijveren
zich om fraai ogende voorstellen te schrijven en zo een deel van de buit binnen
te halen. Het onderzoek zelf ligt daardoor nagenoeg stil. Het vooruitzicht op
zoveel geld brengt heel wat leven in de brouwerij.
Door oorzaken die er voor dit verhaal niet toedoen, trof men deze herfst
nogal vaak bouwers aan in de buurt van 'slands vergaderzalen. Enkelen
snoven daar de lucht van nog onverdeeld – kennis hindert hen niet - geld. Daarmee
weet de sector wel raad. Een ondernemerslobby uit achtergebleven gebieden
stond al klaar en een ambitieus Kamerlid was snel gevonden. Hij vertelde zijn fractievrienden
en collega's in andere regeringspartijen, dat het om een vergeten 'kennispost'
ging, wat in een wip Kamerbrede steun voor de motie 'De Nerée tot Babberich
c.s.' opleverde. (Het ene krijtstreepje is vlugger dan het andere.) Wie is er trouwens
tegen een
tunnel onder Maastricht en nog zo'n paar nuttige kunstwerken?
De
onderzoekwereld was in rep en roer. Een brandbrief van universiteiten en andere
kennisinstellingen arriveerde stante pede. Die maakte uiteraard geen greintje
indruk. Verzorgers zijn voor meer zorg, brandweerders voor meer brandbestrijding en tuinders
voor winstgevender tuinderijen. Aan zoiets heeft een Kamerlid geen boodschap. Pas als de
imbecielen in het land ten gunste van het onderzoek zouden pleiten, is er iets
bijzonders aan de hand. De investering in kennis leek dus van tafel.
Maar beleid maken
kan soms leuk zijn. Joke van de werkgeversvereniging moest die week naar
Brussel voor een ontmoeting met EU-streepjespakken. Ze nam de trein. De NS
zorgde dat haar reis in Rotterdam strandde. Omdat er verder op het spoor ook
veel bladeren schenen te liggen, besloot ze maar weer terug te gaan naar haar
Haagse kantoor. Daar vond ze het tunnelplan op haar tafel. Zij dacht dat het Maastricht
niet beter bereikbaar zou maken. De auto's zouden in het vervolg in plaats
van langs, onder de stad voorbij racen. Dus begon ze links en rechts op te
bellen. Waren die regionale ondernemers niet een beetje de strategie van de
landelijke club – kennis is onze zorg – aan het ondermijnen? Het hoofdbestuur werd wakker.
Hogere echelons van partijen en fracties werden gebeld en zo verdween, tot
opluchting van de excellenties Maria en Joop, de Nerée-motie weer even snel als
hij gelanceerd was. Maar het scheelde een haar! Haast hadden we het met Euro
800 miljoen minder aan kennis moeten doen. De NS beperkte de schade tot een
Brusselse krijtstreep-bijeenkomst zonder Joke. Wat dat ons nu weer gaat kosten,
weten we niet.
Maar waar zouden we zijn zonder de trein?