Energie survival gids,
Jo Hermans,
BètaText, 2008
ISBN 9789075541113
192 bladzijden, € 19,95
|
Energie survival gids
Samenvatting
In het Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde (NTvN) van februari 2009 schreef ik onderstaande recensie
van het boek 'Energie survival gids' van Jo Hermans. Die muis kreeg een staart. In het volgende nummer
stond een kritiek van Bart Verheggen. Hij vond dat ik over het klimaat en de zeespiegelstijging de
plank missloeg. Zie onder. De redactie van het NTvN hanteert de regel, dat een
reactie niet langer mag zijn dan het oorspronkelijke artikel. De eerste die daar tegen opliep was Verheggen.
Wie zijn argumenten beter wil begrijpen, doet er goed aan zijn uitgebreide reactie te lezen op zijn
weblog.
Met dezelfde NTvN-handicap schreef ik een dus nog korter weerwoord, zie onder.
Verderop op deze pagina heb ik, n.a.v. Verheggen's kritiek en naar aanleiding van gesprekken, die ik
sedertdien had met Hans Erren en Henk de Bruin mijn argumenten beter uitgewerkt in
'CO2
klimaatonzekerheden en wij' en in
'Zeespiegel'. Ik ben beide
heren dankbaar voor de moeite, die ze zich hebben gegeven om mij verder in te wijden in de complexiteit
van atmosferische processen. Eventuele resterende fouten in het stuk blijven voor mijn rekening.
Tekst tussen [ ] wijkt af van die in het NTvN.
De ‘Energie survival gids’ van Jo Hermans
is weer zo’n prachtproductie
van BètaText. De uitleg van relevante
fysische verschijnselen is uitstekend.
Precies het soort boek dat ontwikkelde
leken, niet-fysici, hoognodig
allemaal zouden moeten krijgen: begrijpelijk
en toch correct. Jo heeft de
gave om met sprekende voorbeelden
beginselen als de eerste en tweede
hoofdwet van de thermodynamica èn
hun betekenis in het dagelijkse leven
duidelijk te maken en in het geheugen
te prenten.
Er is echter een tweedeling in de tekst.
De onderdelen van fysische aard zijn
strak, helder en correct. Maar in de
gedeelten met gegevens van andere
disciplines ontbreekt die strengheid.
Ze maakt plaats voor een optimistische
toon met een zeker wensdroom-
gehalte. Dat komt vooral naar voor
op plaatsen waar menselijke gedrag
een rol speelt. Niet-fysische gegevens
afkomstig van ‘betrokken partijen’,
zoals bus- en spoormaat-schappijen,
zijn niet echt kritisch tegen het licht
gehouden. Maar misschien helpt
deze neiging naar het ‘politiek correcte’
[ ] wel om leken bij het
lezen niet te snel af te schrikken? En
tot klaarblijkelijke misslagen heeft de
schrijver zich niet laten verleiden.
De onderdelen over zon en wind zijn
naar mijn smaak wat optimistisch.
Het cruciale opslagprobleem komt
pas in een later hoofdstuk aan bod.
Wat betreft elektriciteit en autonome
(of op-zichzelfstaande) installaties is
die valkuil in hoge mate verbiedend.
Zonnevrienden, die de overigens juiste
cijfers en geloofwaardige prognoses
over het zonnecel vermogen en -kosten
aanleveren, doen er op dat punt
haast altijd het zwijgen toe. Ook als er
geen materiële tekorten zouden zijn,
verdubbelt of verdrievoudigt opslag
de systeemkosten van fotovoltaïsche
installaties. Windekinderen zwijgen
vaak besmuikt over het verschil tussen
geïnstalleerd vermogen en effectieve
opbrengst. Jo doet dat gelukkig niet.
Wel filosofeert hij wat luchtig heen
over de benodigde ‘back-up’ en de
kosten daarvan. Een vluchtige opmerking
over het koppelen van plaatsen in
Europa – altijd is wel ergens wind – is
niet erg serieus. Spelen transportverliezen
geen rol? Hoeveel geld en energie
vergt stationair draaiend reservevermogen?
In het boek is een afzonderlijk hoofdstuk
gewijd aan energieopslag. Daar
zijn de moeilijkheden netjes maar een
beetje laat, uit de doeken gedaan. Het
optimisme over zon en wind dat bij
onze landgenoten toch al overdreven
heerst, heeft daar misschien reeds stevig
en onuitroeibaar wortelgeschoten.
Ik zou enkele waarschuwende opmerkingen
bij de “Zonnepsalmzang” op
prijs hebben gesteld. Al was het maar
uit didactische overwegingen om de
groei van onverantwoord optimisme
te dempen.
Jo is zuinig met kernenergie. De mogelijkheden
en de fysica behandelt
hij keurig maar technische problemen
behoren mijns inziens beter
te worden gescheiden van maatschappelijke.
Indien de mensheid
een vervelend bijgeloof koestert,
is dat reëel. Politici moeten er serieus
rekening mee houden. Maar
laten wij, fysici, het niet behandelen
als onderdeel van de technische
problemen. Hoog-radioactief afval
kunnen we technisch voor tienduizend
jaar verantwoord opslaan op
een betonvloertje van een hectare
met een zanddijkje er om op de Veluwe.
Bij de bespreking van de kernfusieprojecten
die maar traag vorderen,
zou het niet hebben misstaan als er
vermeld werd dat die traagheid voor
ongeveer de helft op rekening komt
van de stroeve besluitvorming. Het
werk in Culham aan de bouw van een
kernfusiereactor begon jaren te laat
vanwege de ruil tussen Italiaanse tomaten
en Franse straaljagers, en technisch
had de bouw van ITER (nieuw
groot fusie-experiment in Cadarache)
al, toen ìk nog in de JET-Council (Joint
European Torus, het inmiddels beëindigde
fusie-project in Culham UK van
een aantal EU-landen) zat – dus ver
voor de eeuwwisseling – moeten beginnen.
Jammer – maar je moet zo’n boek ook
weer niet al te dik maken – dat de fysica
van de selectieve stralingsabsorptie
door CO2 niet meer gedetailleerd
is behandeld. Daarover heerst in de
samenleving onbegrip. Ook weten
weinigen wat exponentiële absorptie
precies inhoudt. Kringlopen in de biosfeer zijn nu eenmaal niet echt gesloten:
er zitten af- en toevoerkleppen
naar en van de geologie in! Het boek
gaat er van uit dat meer CO2 ook navenant
meer opwarming geeft. Dat is
niet juist. Het CO2-gordijn is immers
al zo goed als dicht? Jo vaart hier wat te
gemakkelijk op de koers van het IPCC.
Hij maakt zelfs een uitstapje naar de
stijgende zeespiegel, een verschijnsel
ouder dan het gebruik van fossiele
brandstoffen. De zee steeg de laatste
20000 jaar ~ 120 m. Dat is 60 cm per
eeuw, net als nu. 10 000 jaar geleden
werden de Doggersbank en de Bruine
Bank in de Noordzee bewoond. Wat is
er nieuw aan het IPCC-alarm: ‘help,
we verzuipen’?
Deze kritiek en enkele numerieke
drukfoutjes betekenen niet, dat ‘Energie
survival gids’ geen uitstekend en
uiterst nuttig boek is. Je zou het ieder
die over de betekenis van energie voor
de mens nadenkt, moeten aanbevelen.
Vooral de didactische ezelsbruggetjes
bij verschillende energiebegrippen
en de mooie, duidelijke, illustraties
zijn om van te smullen. Geef het uw
lekenvriend(inn)en cadeau!
Bart Verheggen1:
Le Pair slaat de plank mis wat betreft klimaatverandering.
Kees le Pair eindigt zijn boekbespreking van Jo Hermans Energie survival gids in NTvN 75-03 met
een aantal boude uitspraken over klimaatverandering. Zo zou volgens hem meer
CO2 niet tot meer
opwarming leiden, omdat het "CO2-gordijn al zo goed als dicht
is". Echter, de absorptiespectra
van CO2 zijn helemaal niet verzadigd. En al zouden die in de
lagere atmosfeer verzadigd zijn, dan
zou meer CO2 in de hogere luchtlagen nog steeds leiden tot meer
opwarming. Venus kan wellicht als
voorbeeld dienen.
De zeespiegel stijgt nu met ongeveer 3 mm per jaar, ongeveer een factor 10 sneller dan in de
afgelopen duizenden jaren. Ook daar slaat Le Pair de plank mis. Hij verwijt Hermans wat te
gemakkelijk op de koers van het IPCC te varen. Dat klinkt als een raar verwijt; per slot van
rekening geven de IPCC rapporten een rigoreuze samenvatting van de wetenschappelijke kennis op
het gebied van klimaatverandering. Le Pair gebruikt blijkbaar liever argumenten die al decennia
geleden ontkracht zijn. Dubieus, maar het verklaart wellicht waarom hij geen heil ziet in zonne-
en windenergie, zoals uit het eerste deel van zijn recensie blijkt. Als je het probleem ontkent,
is de voorgestelde oplossing natuurlijk bij voorbaat onzinnig.
-
Wetenschappelijk onderzoeker Luchtkwaliteit en Klimaatverandering, ECN Petten. Zie
zijn
Klimaatblog.
Kees le Pair:
CO2en
zeespiegel
(Vanwege het redactionele beleid van het NTvN schreef ik het volgende korte weerwoord in dat
tijdschrift van mei 2009. Zie verder op deze webpagina voor meer gegevens en argumenten.)
All honourable men
Bart Verheggen schreef:
-
“Le Pair slaat de plank mis…”,
-
“…de absorptie spectra van CO2
zijn helemaal niet verzadigd.”
-
“De zeespiegel stijgt met ongeveer 3 mm/jaar
ongeveer een factor 10 sneller dan in de afgelopen duizenden jaren.”
-
“Le Pair gebruikt blijkbaar liever argumenten die al decennia geleden ontkracht zijn.”
Voor zijn gelijk verwijst hij naar Venus en naar de IPCC
rapporten, die volgens hem “een rigoreuze samenvatting van de wetenschappelijke
kennis op het gebied van klimaatverandering” geven. Mijn mening stoelt
op fysische argumenten. Helaas is de ruimte voor
een weerwoord in het NTvN daarvoor niet toereikend. Ze zijn te vinden op mijn
webstek: [ daar bevindt u zich al ].
Ik laat het dus maar bij: En toch is CO2
ongevaarlijk, al zijn alle IPCC-ers honourable men.
Kees le Pair
CO2,
klimaatonzekerheden en wij
|
|
|
In bovenstaand plaatje van de stralingsabsorptie bij verschillende golflengten, dat gemaakt werd door Hans Erren, is de absorptie
weergegeven bij verschillende atmosferische concentraties van CO2.
Er is verderop ook nog een absorptie band in het meer kortgolvige deel van het spectrum; de invloed daarvan
op het broeikasverschijnsel is veel kleiner.
De huidige waarde ligt zo'n beetje tussen het donkerblauwe en het violette gebied.
Tegenwoordig is het CO2 verantwoordelijk voor een
temperatuurverhoging van 10,5 oC. Indien door een of andere oorzaak
de CO2-concentratie
zou verdubbelen, zou de temperatuur daardoor met 1 oC toenemen.
Voor een verdere stijging van de temperatuur met 1 oC is dan opnieuw
een verdubbeling van de CO2-concentratie nodig. Binnen relevante grenzen
hebben we te maken met een lineaire stijging van de temperatuur evenredig met de logarithme van de
hoeveelheid CO2. Iets dergelijks heb ik in de boekrecensie
aangegeven met "Het CO2-gordijn is immers
al zo goed als dicht?" Verdubbeling van de concentratie is nl. nogal wat! Mijn critici hebben gelijk,
wanneer zij opmerken, dat het gordijn bij het geschetste proces nooit helemaal dicht gaat, de absorptieband
wordt breder. De kleinere - frequentieafhankelijke -
absorptiecoëfficiënt, wordt gecompenseerd door de hogere
deeltjesdichtheid. De stralingsvangst blijft dus wel toenemen. Maar dat
is m.i. niet relevant, wanneer je bedenkt hoeveel extra CO2 er voor
meer opwarming nodig is.
In werkelijkheid is de materie ingewikkelder. CO2 is niet het
enige broeikasgas. Waterdamp, methaan, ozon e.a. leveren ook een bijdrage aan de warmtebalans.
De eerste veel meer dan CO2 en de hoeveelheid
waterdamp varieert op een onvoorspelbare manier. De absorptiebanden
overlappen gedeeltelijk die van CO2. Verder is er de complicatie van
de niet uniforme temperatuur van de atmosfeer, die de absorptie en de heremissie
beïnvloedt, de vermenging, de verticale en horizontale stroming, de
opnieuw uitgezonden en weer onderschepte straling, de beïnvloeding van de
hoeveelheid waterdamp door de andere broeikasgassen enz. Die processen kennen we nog niet goed genoeg.
Waar komt bv. de temperatuurstijging van ca. 10 oC
sinds de laatste ijstijd vandaan? Die is al ongeveer 20 000 jaar aan de gang.
Dat hebben de holbewoners toch niet op hun kerfstok? Waarom zou die stijging
zich ook los van ons niet nog even voortzetten?
De klimatologen proberen
met behulp van enorme rekenprogramma's, de processen zo goed mogelijk te simuleren, maar het laatste woord daarover
is nog niet gesproken. Het is veelzeggend, dat het IPCC keer op keer de gebruikte modellen heeft verfijnd.
In feite betekent dat o.m., dat parameters met onbekende of gedeeltelijk bekende achtergrond werden bijgesteld
om de uitkomsten in overeenstemming te brengen met gemeten waarden. Dat werk is heel interessant vanuit wetenschappelijk
oogpunt, maar het biedt onvoldoende basis om op grond van zulke onzekere uitkomsten grootschalige, maatschappelijke,
maatregelen te nemen. Maatregelen die enorm veel geld kosten. Dat geld kan dan nl. niet voor andere, veel nuttiger doeleinden
worden aangewend. In klimaatkringen spreekt men graag van een anticiperend 'non regret' beleid. Daarmee bedoelt men:
ook al weten we het niet zeker, laten we toch alvast maar wat doen, anders krijgen we later spijt. Ik vraag me dan
af, hoeveel spijt wij later zullen krijgen van de genomen maatregelen, waardoor andere veel noodzakelijker
maatregelen achterwege zijn gebleven? Als voorbeeld noem ik het gekke idee om ten koste van
de schaars wordende
olie en gasvoorraden CO2 te gaan afvangen en onder de grond stoppen.
Wanneer straks Slochteren leeg is, worden we nog meer afhankelijk van Russisch
gas; over 'regret' gesproken! Verder
zet ik vraagtekens bij de wijsheid om nu al te trachten grootschalig in de energiebehoefte te gaan voorzien
d.m.v. windmolens en zonne-energie. Die systemen zijn nog verre van uitontwikkeld, zeker nu er nog geen goede,
grootschalige en goedkope oplossingen zijn voor energieopslag. Ook op dat gebied is veel meer onderzoek nodig.
Onderzoek dat geld kost, wat maar al te vaak niet voor handen blijkt.
De totale hoeveelheid CO2 in de atmosfeer is ~ 700 Gton. Jaarlijks komt er ca.
150 Gton bij en verdwijnt er ook weer 150 Gton. De mensheid met al zijn machines is verantwoordelijk voor een
jaarlijkse inbreng van ongeveer 6 Gton. (Vliegende insecten zetten 10x zoveel om.) De rest zijn natuurlijke processen,
die niet allemaal goed
bekend zijn. Nu blijkt, dat de aanwezige, atmosferische hoeveelheid van het gas jaarlijks met ca. 3 Gton toeneemt.
De helft van het equivalent van onze inbreng wordt hetzelfde jaar dus alweer
weggevangen. Veelal denkt men, dat de toeneming de schuld is van menselijke activiteit. De veronderstelling is,
dat de natuur gewoon 150 Gton 'rondpompt', het 'natuurlijk evenwicht'. En wij verbranden fossiele koolstofvoorraden,
dat komt er dus extra bij. Indien de klimatologen gelijk zouden hebben, zou het
overigens zo'n 200 jaar duren voor wij het atmosferisch CO2
hebben verdubbeld en dus de temperatuur met één graad verhoogd. Maar die aannames zijn uit de lucht gegrepen.
Ook toen er nog geen mensen waren veranderde
de CO2-concentratie drastisch. De atmosfeer bevat slechts een minieme
hoeveelheid van de stof in vergelijking tot de opslag in oceanen - oplossing - en in vaste- en biologische
stof via chemische binding.
Die opslagcapaciteit is gigantisch. En op elke plaats op aarde is de partiële druk van het
CO2 in de atmosfeer in thermodynamisch-, chemisch evenwicht met het vaste
of vloeibare oppervlak.
Dat evenwicht is uitermate stof- en temperatuurafhankelijk. Iets meer menging van het oppervlak met de diepere oceaan en
het evenwicht wordt verstoord. Een veranderde bodemsamenstelling door vulkanische of tectonische werking, kan een
dramatisch CO2-effect geven. D.w.z. extra afname van CO2 of extra toevoeging.
Gedurende ijstijden nam de CO2-concentratie af en in de interglaciale perioden nam hij
toe met waarden, die niet betekenisvol verschillen van de schommelingen, waarover klimatologen nu spreken. Toen waren er
geen mensen, die we de schuld van die veranderingen kunnen geven. Ik wijs er op, dat in de geologische geschiedenis de
toename en afname van de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer naijlde op de
temperatuurverandering. D.w.z. de opwarming ontstond niet door het broeikasgas. Het broeikasgas nam toe door de
temperatuurverandering. Dat er daarna een positieve terugkoppeling kan zijn geweest,
is plausibel. Maar die was
niet zo sterk, dat hij vervolgens de komst van een nieuwe ijstijd kon voorkomen. Maar goed ook, anders waren
we al lang gekookt.
Het chemisch evenwicht is niet instantaan. In sommige processen gaat het snel in andere zijn er lange relaxatietijden.
De mensheid is de laatste decennia versneld CO2 gaan produceren. Ca. de helft van
het equivalent van die jaarlijkse productie is al in hetzelfde jaar weer geabsorbeerd. Maar dat betekent niet, dat het evenwicht zich
dan al heeft ingesteld. Bij hogere concentraties versnelt de opname. Isotopische markering leert, dat een substantieel
deel van het atmosferisch CO2 afkomstig is van fossiele brandstof. Maar dat wil niet
zeggen, dat alles wat de mens geproduceerd heeft erbij is gekomen. Traditioneel CO2
wordt gedeeltelijk verdrongen door het fossiele, dat is alles. Dat de concentratie stijgt, is een gevolg van een
verschuivend evenwicht en die verschuiving heeft ook bij vroegere interglacialen plaatsgevonden. De verhoging van het
CO2-gehalte leidt tot versnelde plantengroei, een gevolg dat liefhebbers
van een groene aarde zullen toejuichen.
Klimatologen wijzen op de mogelijkheid van positieve terugkoppeling. Meer CO2
zou meer andere broeikasgassen, vooral waterdamp in de lucht brengen. Echter
andere, bij het IPCC niet populaire onderzoekingen, leiden tot de slotsom dat er
een negatieve terugkoppeling is. Kortom: verdere temperatuurstijging door verhoging van het CO2-gehalte is nauwelijks
te verwachten en onze bijdrage aan die verhoging is dubieus.
Verheggen's verwijzing naar Venus ter adstructie van de bewering dat (veel) meer CO2
tot een enorme temperatuurstijging leidt - Venus is veel warmer dan de aarde - is te kort door de bocht. De Venusbroeikas
is goed voor zo'n 500 graden. Die van ons voor ~30! De atmosfeer van Venus is 90x zo dicht als die van ons. En hij
bestaat grotendeels uit CO2. Bij ons is dat 0,038%. Er zijn dus
grote
verschillen. Het allerbelangrijkste verschil is het dichte, aaneengesloten
Venus-wolkendek, waarin
SO2 een cruciale rol speelt. Dat leidt niet slechts tot Venus' hoge albedo, maar
ook tot een gigantisch...broeikaseffect. De wolken weerkaatsen en absorberen uiterst effectief
haast al het uitgestraalde infrarood.
Dat is nog wel wat anders dan de beperkte CO2-band! Het is niet juist om het te doen voorkomen, dat alleen het CO2 voor de broeierigheid
van die planeet verantwoordelijk is. Voor het overige geldt, dat wij van Venus net zo min als van de aarde, de atmosferische
processen goed genoeg kennen.
|
|
|
Sinds het dieptepunt van de laatste ijstijd
steeg de zeespiegel in 20.000 jaar 120 m. Dat zijn geologisch onbetwiste
meetresultaten. Ze staan in bovenstaand plaatje, overgenomen uit het boek van
S. Kroonenberg: De menselijke maat; Uitg. Atlas, sep. 2007, p. 219. Dat komt neer
op 60 cm/eeuw. Al in 1979 signaleerde Jelgersma dat de stijging van de
zeespiegel aan het afnemen was. Verheggen meldt in zijn reactie dat de zee nu
met 3 mm/jaar stijgt, dat is 30 cm/eeuw, een flinke vermindering, zou ik
zeggen. Onze eigen Rijkswaterstaat meet overigens een stijging van niet meer dan 20
cm/eeuw (Meteo Delfzijl). En dat is dan
gemeten aan de kust van ons land, waarvan de bodem inklinkt en dat in de
naweeën van de laatste ijstijd nog steeds een beetje daalt terwijl
Scandinavië
ook als gevolg van die ijstijd rijst, de zgn. isostatische verevening. Die
inklinking bedraagt ~ 7 cm/eeuw. We
zouden hier dus toch al een zeestijging moeten zien, die 7 cm boven het wereldgemiddelde
ligt.
Waar en wanneer zijn die metingen ontkracht?
Verheggen meent, dat ik een verkeerde tijdschaal hanteer. De sterke zeerijzing na de
laatste ijstijd is al enkele duizende jaren geleden tot stilstand gekomen. Sinds 1900 is er een
nieuwe stijging ingetreden. De getallen die hij noemt en de cijfers die het IPCC hanteert, komen
niet overeen met de bevindingen van Rijkswaterstaat. Die wijzen niet op een versterkte
stijging van het zeeniveau. Voorlopig moeten we m.i. daar maar vanuit gaan, als we het over dijkverhoging
en overstromingsgevaar hebben. Het Kroonenbergplaatje met de gewraakte
tijdschaal toont Verheggen's verminderde stijging de laatste paar duizend jaar wel degelijk. Maar het laat ook zien
welke onzekerheden aan de metingen van zeespiegelstijging kleven. Bij de kleine
veranderingen, waarom het nu gaat, is de door klimatologen gehanteerde precisie
niet verantwoord. Het klinkt vreemd, maar de zeespiegel stijgt en daalt niet
wereldwijd even hard. Dat komt door de niet volstrekt uniforme zwaartekracht,
waarvan de verdeling bovendien verandert, als grote massa's, zoals de gletsjers
op Groenland (!) verschuiven.
Het IPCC is een college dat door regeringen is
samengesteld. Het kan heel goed "rigoureuze" uitspraken doen, maar het doet dat
niet over de
wetenschappelijke kennis op het gebied van klimaatverandering. Het gezelschap
bestaat uit juristen, ambtenaren en een aantal klimaatdeskundigen. Wanneer
die het onderling eens zijn en de publieksmedia en de hen napratende
politici over unanimiteit spreken, is dat de unanimiteit van dat panel,
niet van de wetenschappelijke gemeenschap in de wereld. Op de vorige zomer
gehouden internationale geologische conferentie in Oslo was er niemand, die een
goed woord over had voor de klimaatmodellen van het IPCC.
Ik twijfel er niet aan, dat het panel uit nette mensen bestaat. Maar het blijven
mensen met een boodschap. En in het verleden heeft het meer dan eens 'niet in het
scenario passende gegevens' veronachtzaamd. Menselijk, maar te menselijk om er
een duur non regret beleid op te baseren.
Mijn advies aan onze politici en bedrijven luidt:
-
veel zuiniger met energie,
-
verkwist het niet aan het najagen van het CO2-spook,
-
bouw 3 of 4 kerncentrales,
-
steek heel veel geld in onderzoek aan alternatieven, zoals zon, wind,
kernsplitsing, kernfusie en opslag en vooral
-
schort de grootschalige bouw op van onvoldoend uitontwikkelde niet volledig
doorgerekende systemen.
Herzien, Nieuwegein, 2009 05 07.
|
|