Winderige onderzoeksresultaten

Abstract
Onderstaand ingezonden stuk publiceerde De Ingenieur in nr. 7 van 1 mei 2009. Ik heb nog wat aanvullend commentaar in de vorm van voetnoten toegevoegd.

De Ingenieur, nummer 3 (20 februari 2009) maakt melding van de optimistische bevindingen van dr.ir. Bart Ummels over de inpasbaarheid van windenergie. Als een van de in de aanhef van het artikel genoemde criticasters merk ik op, dat zijn onderzoeksresultaten een winderig karakter hebben. Deze jonge doctor in de Bestuurskunde baseert zich niet op feitelijke metingen, maar op simulatiemodellen van netwerkbeheerder TenneT. Hij is geaffilieerd met Siemens, een bedrijf dat goede zaken doet met de verkoop van windmolens. Dat geeft te denken. Het bestek van een ingezonden stuk leent zich niet voor een grondige weerlegging van alle luchtfietserij in het bewuste blad.
Duitsland heeft van alle landen het grootste opgestelde vermogen windgeneratoren, 16,4 GW in 2004. De grootste leverancier in het land is E.ON. Dat bedrijf alleen droeg daar in dat jaar 7 GW aan bij. Aan het jaarverslag 2004 van het bedrijf ontleen ik de verzuchting, dat de variatie in het windaanbod het voor een continue elektriciteitsvoorziening nodig maakt, 90% van het opgestelde windvermogen permanent via conventionele centrales 'stand by' te houden1. In dat jaar is de maximale bijdrage die wind ooit tijdens een korte periode leverde 85% van het opgestelde windvermogen geweest. Gemiddeld was de windbijdrage een kleine 1,3 GW, of 14% van het geïnstalleerde windvermogen2. De Duitse politiek mikt op een totaal windvermogen van 48 GW in 2020. Maar om de daartoe nodige uitbreiding in 2005 te kunnen realiseren moest overhaast 300 km anders overbodige hoogspanningsleiding worden aangelegd. Zonder die noodmaatregel zou de stabiliteit van de elektriciteitslevering in gevaar komen en zou de uitbreiding van het windvermogen moeten worden stilgelegd. Dit zijn geen simulatiegegevens, maar cijfers uit de praktijk. Voor het gestelde winddoel in 2020 zal Duitsland nog eens 2700 km extra hoogspanningsleiding moeten realiseren. Het is misschien nuttig, dat bestuurskundigen doorgaan met hun simulatiespelletjes. Maar de hemel verhoede toch, dat die door de politiek worden opgepikt en ten koste van onze belastingcenten hier in de praktijk gebracht.

Dr. Kees le Pair.

Noten (later toegevoegd)

  1. Vanwege de snelle windwisselingen moeten het gasturbines zijn. De enige grootvermogen generatoren die in enkele seconden tot minuten van 0 naar vol vermogen kunnen worden opgeschakeld. Maar die dingen hebben een laag rendement vergeleken bij andere conventionele centrales, ~30 tegenover ~ 60%. Zouden ze bij E.ON, of in de Duitse politiek ooit hebben uitgerekend, hoeveel extra fossiele brandstof op zo'n manier nodig is om van de 'gratis' windelektriciteit te genieten? Ik heb daarover nergens informatie kunnen vinden. Ze zouden natuurlijk, als de wind langere tijd niet waait, of als het stormt, de gasturbinestroom weer kunnen vervangen door die uit een kern- of kolencentrale. Dan kost het minder brandstof. Alleen... dan moet er naast elke windmolen twee andere generatoren staan!
    Nadat ik dit schreef, vernam ik, dat in Denemarken, het land met relatief het grootste opgestelde windvermogen, mijn vermoeden wordt bevestigd: Flemming Nissen, hoofd ontwikkeling van het W. Deense elektriciteitsbedrijf ELSAM (een van Denemarken's grootste producenten) vertelde M.J. Trebilcock van de Financial Post, 9 apr. 2009, dat windturbines kooldioxide emissies niet verminderen.
    Uit dezelfde bron leerde ik, dat nu ook het Duitse blad Der Spiegel meldt dat windturbines het land geen liter fossiele brandstof hebben doen besparen. Dat nieuws komt uit in dit opzicht onverdachte bron: de denktanks van de SDP en de 'Grünen'.

  2. In Duitsland zijn de beheerders van het net verplicht altijd de aangeboden windelektriciteit tegen een wettelijk vastgestelde prijs af te nemen. Die 14 effectieve procenten zijn dus niet, of slechts in geringe mate het gevolg van een lage, wisselende vraag. Als een molen kan draaien, mag hij draaien en leveren, vraag of niet! Producenten van windenergie zijn dol op die regeling.

  3. Om een indruk te krijgen van de manier, waarop het windvolk de gemeenschap met informatie en fantasie bespeelt, meld ik nog maar even, dat ze bij E.ON na de publicatie van het genoemde rapport zijn wakkergeschrokken. In de volgende jaren ontbreekt in hun jaarverslag elk gegeven over de inzet en de relatieve bijdrage, die de kaskoe hen levert. De bazen hebben begrepen dat zulke gegevens niet dienstig zijn om de lucratieve windhandel voort te zetten.