De
VPRO-gids van 29 september meldt, dat een stel trammelantmakers het volkslied
onderuit wil halen. Zulke oprispingen zijn er periodiek in Polderstan; bijna
even vaak als spellingsveranderingen, of geroep om een president in plaats van
een koning. Verwarringzaaierij, waar we na veel nutteloos palaver uiteindelijk
wel weer ongeschonden uitkomen. Bij het klimmen der jaren, moet ik bij zo'n
atmosferische wervel wel steeds harder mijn best doen om afkeergevoelens te
onderdrukken: 'Jongens houdt nou toch eindelijk eens een keer op. Dat hebben we
al zo vaak gehad!' Misschien
verwacht men niet, dat een oude atheïstische anarchist het opneemt voor zo'n
archaïsch lied als het Wilhelmus. Toch doe ik dat. Het is verreweg het mooiste
volkslied, dat er is. Ik heb er indertijd eens een stuk of twintig verzameld.
Ze moeten nog wel ergens op zolder liggen. Geloof me, allemaal waardeloos
nationalistisch gebral. In het een moet God de Koning zegenen en redden, in het
ander gaat het bewuste land boven alle andere landen en in vele andere moet er
bloed vloeien voor de eer van het vaderland. En wat hebben wij? Wij hebben een
prachtig oud lied, ouder dan welk volkslied dan ook. Het is omstreeks 1570
geschreven. En waarover gaat het? Precies! Het gaat over opstand tegen het
gezag! En niet om eer of glorie, maar om der wille van waarheid en
barmhartigheid, om respect voor de wet, waaraan ook een regering zich moet
houden. We willen de koning best eren, maar hem gehoorzamen? Nee! Omdat hij
onze rechten niet respecteert. Kortom een prachtig anarchistisch, democratisch
lied. En dat dateert uit een tijd, waarin de rest van de wereld meende dat het
zonder koning of keizer niet mogelijk was een land fatsoenlijk te besturen. Wie is
die held in het lied? De koning? Een generaal? Nee, een man begaan met een
volk, dat ter nauwernood het zijne is. Iemand, die er enkele malen zijn hele
bezit voor heeft opgegeven. Een leider tegen wil en dank, die op zoek is naar
een geschikte soeverein om de verantwoordelijkheid op zich te nemen. De huidige
koningin mag, zo nu en dan wel net als haar oma doen, alsof het haar liedje is,
maar het is niet een liedje ter ere van koningen van Oranje, maar van een
stadhouder, die aangewezen werd door de Staten, onze Staten, een parlement
avant la lettre. Zij waren zeker zo representatief als de volksraad in het oude
Griekenland, dat als bakermat van de democratie geldt, hoewel 90% van de
bevolking er geen rechten had. In welk
ander volkslied, wordt ook maar bij benadering de vijand geëerd? Het is overal
glorie, eer en roem. Alleen het Nederlandse volkslied is een lied van een
opstand tegen wil en dank: helaas, we konden niet anders. Niet een lied van
bloeddorstige ijveraars, maar van spijtige sappelaars, prachtig! Voor een
atheïst in hart en nieren is het even slikken om luidkeels god aan te roepen.
Maar och, daar ben ik in de loop van de tijd wel overheen gekomen. Ik versta in
de god van het Wilhelmus mijn, of zo u wilt, ons geweten. En in de naam daarvan
is het soms nodig de strijd met binnen- of buitenlandse autoriteiten aan te
binden. Ik raad alle mede godloochenaars in dit land aan hetzelfde te doen. En
als Beatrix te veel pretenties heeft, kunnen we altijd roepen: "Pas op,
anders zetten we je af en wijzen een andere Oranje aan als stadhouder."
(Want zonder Oranjes, houd je de boel hier niet bij elkaar. Je zou er toch niet
aan moeten denken, dat we een president Balkenende, Marijnissen of Bos hadden?
Dan zouden, niet alleen wij, maar zelfs de allochtonen het land uitlopen.) Dus: WIJ HOUDEN HET WILHELMUS,omdat het het mooiste, oudste, eerlijkste en nederigste volkslied van de wereld is en een goede waarschuwing tegen lui, die zich te veel macht willen toe-eigenen1. Kees le Pair
1) In dit stuk kwam ik op voor het Wilhelmus vanwege de tekst. Maar een van mijn oude studiegenoten, Evert Dijkema, wees mij er op, dat ook de muziek interessant is. Mozart vond die zelfs zo de moeite waard, dat hij er twee variaties op borduurde (KV 25 en het laatste deel van -32). Van Dijk schreef daarover in de VPRO-gids, dat wij, met wat goed genoeg was voor Mozart, ook best nog even toekunnen. En dat lijkt mij nog een prima argument. |