|
Monnickendam, 3 mei 2010.
(Aan de redactie van de Volkskrant)
Geachte redactie,
“Wind kruipt waar hij (niet) gaan kan”’
Het interview in de bijlage van zaterdag en enkele uitspraken van experts zijn een reactie op mijn artikel:
“Besparen windmolens brandstof/CO2?”.
Dit artikel is gepubliceerd op de website: www.groene rekenkamer.nl. Dit artikel wordt in de tekst aangeduid
als lange berekeningen en de conclusie wordt half geciteerd, maar wordt wel als populistisch afgedaan.
De gewraakte conclusie luidt voluit:
Het inboeken van CO2 besparing door de geproduceerde windstroom te vermenigvuldigen met de
specifieke CO2 uitstoot van klassieke centrales is grootschalige fraude.
Hiermee worden honderden miljoenen verdiend in de groene stroomhandel en in de CO2 emissiehandel.
Vind u niet, dat als een stelling als onjuist en onzinnig wordt aangemerkt u de auteur ervan zou
moeten horen? Dit is niet gebeurd, dus daarom deze reactie via een ingezonden brief.
In het krantenartikel worden diverse deskundigen aangehaald, die allemaal de boodschap brengen:
het lukt nog niet helemaal, maar dat komt wel goed.
In mijn voordracht staan drie voorbeelden (een proefschrift uit Leuven met simulaties zoals gedaan door
dhr. Ummels en 2 rapporten van wetenschappelijke adviescolleges), die allen negatief adviseren over de
inpassing van grootschalige windenergie in het distributienet.
Een ervan is van de Energieraad, waar ook mensen van de Kema inzitten.
Dhr Hewicker van de Kema zegt, dat je hoogstens een paar keer per jaar wat molens af moet schakelen
en dat er hoogstens 10% rendementsverlies zal optreden.
Die "paar keer per jaar" kost 40% van de windproductie.
Dit is geconstateerd door Ummels, maar de door hem genoemde 19 miljoen ton CO2 besparing
is wel inclusief volledige benutting van het overschot aan windstroom.
Waarheen dat overschot zou moeten gaan weet niemand, maar een kniesoor die daar op let.
Dit overschot samen met het 10% rendementsverlies dat dhr Hewicker opgeeft betekent, dat de helft van
de geclaimde besparingen niet gerealiseerd zullen worden.
Mijn artikel toont aan, dat deze redenering te simpel is: de werkelijke verliezen zijn veel hoger.
Hewicker vermoedt politieke redenen achter kritiek op windenergie.
Wanneer bezorgdheid voor verrommeling van ons landschap en gefundeerde twijfel over de zin van
miljardenbestedingen politieke redenen zijn, dan heeft de goede man gelijk.
Dhr Beurskens van ECN zegt, dat het met de windvoorspellingen steeds beter gaat, maar een
rapport uit 2009 van ECN constateert, dat de productie van windenergie alleen met een foutenmarge
van 30% te voorspellen is. Een ander rapport van dezelfde groep stelt, dat er voorlopig geen
verbeteringen te verwachten zijn.
Dhr van Kuik is niet bang, dat "wind tussen wal en schip zal raken, want:
“Wind “heeft aantoonbaar de laagste maatschappelijke kosten van alle bronnen."
Wat kost het opofferen van honderden vierkante kilometers van ons land aan een energiebron, die
2 watt per vierkante meter oplevert?
Dit is namelijk de bruto energieproductie van een windpark op land.
Waarom gaat wind op zee de volgende 15 jaar 18,5 eurocent per kWh kosten?
Zie hiervoor de SDE regeling d.d. mei 2010.
Hierbij moeten de investeringsubsidies nog opgeteld worden.
Samen kost die 1 GW op zee de belastingbetaler 8 a 9 miljard euro in 15 jaar.
Beurskens: Windenergie krijgt de plaats die ze verdient, daar ben ik van overtuigd"
Ik ook, maar die plaats is voor mij in het rariteitenkabinet.
Met vriendelijke groet,
Dr. F. Udo
Joh. Buijeslaan 18
1141GS Monnickendam.
|
|