|
-
De uitnodiging
van Marieke Maas, de Veerstichting ambassadeur, om u hier vanavond alert te
maken op het thema, kreeg ik enkele dagen na mijn terugkomst uit Thailand. Op
die plek hebben mijn vrouw en ik aangenaam overwinterd. Ons hotel daar had een
mooi zwembad. Dat was het grootste deel van de tijd omringd door merendeels
veel te dikke mede-Europeanen. Wij zwemmen in overvloed…
-
De publieksmedia
doordringen ons dagelijks in uiteenlopende bewoordingen van onze voorspoed. Zij doen
dat door alle aandacht die zij geven aan de talloze activiteiten en
gebeurtenissen die niets maar dan ook niets bijdragen aan onze
bestaanszekerheid. Het zijn dus voortdurend beelden en verhalen van overvloed.
Wij leven in een ‘entertainment’ society.
-
Ik doe er nog een
schepje bovenop. In de Verenigde Staten en Nederland was rond 1900 > 80% van
de bevolking bezig met de voedselvoorziening, productie, transport en
distributie. Tegenwoordig houdt zich in dezelfde landen, dankzij nieuwe
techniek en een vloedgolf aan fossiele brandstof, daar nog maar 3% van de
bewoners mee bezig. En die 3% doet het zo goed, dat wij zelfs eerste en tweede
voedselexporteur in de wereld zijn. We hebben dus 77% van onze
arbeidskracht vrij gekregen om leuke andere dingen te doen. Als dat geen overvloed
is, wat dan wel? ....
Met die bespaarde 77% aan mankracht,
lijkt het mij bijvoorbeeld helemaal niet moeilijk om 20% ervan in te zetten in
de sector gezondheid en zorg. Dat is twee maal zoveel als nu. Waarover hebben onze
politici het als ze zuchten dat de zorg onbetaalbaar wordt? (Maar goed, dit ter
zijde.)
-
Wij baden dus in
weelde. En dat heeft veel meer invloed op ons gedrag dan we meestal beseffen.
Daarover straks meer. Eerst wil ik die
overvloed zelf, waarin wij aan het verdwalen zijn, tegen het licht houden.
-
Wereldwijd
sterven er dagelijks mensen door voedselgebrek. Elk jaar gaan er zo'n 7 miljoen
kinderen dood aan ondervoeding; elke 3 à 4 seconden sterft er iemand in de
wereld van de honger. Tussen 750 miljoen en 1 miljard mensen leven in zodanige
armoede dat ze niet in staat zijn voldoende voedsel te verkrijgen om in hun
dagelijkse behoefte te voorzien. Deze stille catastrofe duurt voort, dag in dag
uit! 54 landen zijn nu armer dan in 1990. In 34 landen is de levensverwachting
achteruit gegaan. In 21 landen nam de honger toe, en in 14 landen steeg de
kindersterfte2.
-
In 12 landen gaan
vandaag minder kinderen naar de lagere school dan tien jaar geleden. Zo'n
miljard mensen, 32% van de stedelijke bevolking, woont in een krottenwijk. Dat
lees je in het rapport "The Slum Challenge" van de VN-organisatie
Habitat.
-
Indien je die
cijfers tot je door laat dringen, zie je dat 'WIJ LEVEN IN OVERVLOED' een notie
is die uitsluitend en alleen steunt op beperkte identificatie. Wij, dat zijn de
mensen die wij kennen, ons soort!
Zelfs in eigen
land is armoede niet helemaal weg. Ik ken zwervers, die geen werk kunnen vinden en geen huis
hebben. Een uitkering krijgen zonder vast adres is moeilijk en zonder vast
inkomen kunnen ze geen woning huren. Hen lukte het niet. Catch 22 is niet zo maar een leuk boek, het is
harde werkelijkheid.
-
De euforie van de
overdaad heerst dus alleen binnen een beperkte verzameling die de ogen sluit voor hetgeen er buiten
de eigen groep aan de hand is.
-
Maar niet alleen
eigen-groep-identificatie begrenst het dolen in overvloed. Overvloed is ook
tijdgebonden. Toen de Franse adel ten tijde van het ancien regime baadde in
weelde en net als wij verdwaald was in overvloed – van wat er buiten hun eigen
kongsi gebeurde namen zij geen notitie - stierven in heel Frankrijk de gewone
mensen bij bosjes van honger en armoede. Het inspireerde Rousseau tot de
uitspraak: "Malheur à qui n'a plus rien à désirer! Il perd pour ainsi dire
tout ce qu’il possède." Iets waarover nu na de Franse revolutie de tevredenen
zich op het hoofd zouden moeten krabben.
Wanneer in deze tijd door wat voor oorzaak
dan ook de toevoer van olie en gas naar Europa zou stagneren, zijn de rampzalige
gevolgen niet te overzien. De hele voedselvoorziening en dus het overleven van
de massa hangt ervan af.
-
M.a.w.: nu gaat
het goed met ons, d.w.z. met een bepaalde groep. De vraag is echter: hoe lang
nog? Onze voorspoed speelt zich af in een tijdraam waarvan de duur niet bekend
is. Met enig historisch besef, vraag je je af waarop de zorgloosheid van nu
gebaseerd is?
-
In het boek, 'De toekomst achter ons', dat eind vorig jaar verscheen bij BetaText, heb ik mij
beziggehouden met de groeiende irrationaliteit in de maatschappij. In de loop
van voorgaande eeuwen nam het besef toe dat goed gefundeerde kennis van natuur
en techniek belangrijk is voor een samenleving. Die groei was traag, doch
gestaag. De invloed van het natuurwetenschappelijk denken op het handelen van
overheden, bedrijven en de maatschappij als geheel werd geleidelijk sterker.
Het was een trend die onomkeerbaar leek. Omstreeks het eind van de jaren zestig
van de vorige eeuw, culmineerde die trend echter en sloeg om in een neerwaartse
beweging. Vanaf die tijd zien we een toenemende aandacht voor wat mensen menen,
geloven en voelen ten detrimente van echte kennis die duchtig is getoetst en
geverifieerd.
-
Ik heb mij
natuurlijk afgevraagd, waar die trendomkeer vandaan kwam? Een echte sluitende
verklaring heb ik niet kunnen geven. Ik heb slechts enkele factoren genoemd die
er op van invloed kunnen zijn. Daarover schreef ik:
"Waar de omkeer vandaan kwam weet ik niet. Er is door anderen over
geschreven en gefantaseerd. Ik heb wat vermoedens die ik zal opnoemen, maar
meer ook niet. Het zoeken naar de oorsprong ligt meer op het terrein van
psychologen en maatschappijwetenschappers. Mogelijk waren β-onderzoekers zelf
debet. Het gevaar van bepaalde wapensystemen en besef van risico’s en problemen
voortkomend uit grootschalige technische ontwikkelingen en hun toepassing
waren zeker belangrijke oorzaken. Een deel van het bètavolk begon luidruchtig
en publiek hun collega’s te bekritiseren. Dat heeft vast een rol gespeeld, denk
ik zo.
Toch is het tamelijk naïef om alleen daarin de oorzaak
van de trendbreuk te zoeken. Er zijn andere mogelijke oorzaken. De ongekende
welvaart – als gevolg van moderne techniek – waarin grote groepen kwamen te
verkeren, verdreef het urgentiebesef van natuurkennis voor het behoud van die
welvaart."
Nu, enige tijd
later, vermoed ik dat de twee toen los van elkaar genoemde factoren wel eens
een giftige verbinding zouden kunnen vormen. Hoe ik daar zo op kom, wil ik
proberen u vanavond uit te leggen.
- Vrij algemeen
wordt aangenomen dat de nazi ideologie van samenzwering en rassenwaan in Duitsland,
een land met een hoge ontwikkelingsgraad, slechts kon postvatten en toonaangevend
worden door het bestaan van een algemeen gevoel van wanhoop en onbehagen. De
bevolking verpauperde als gevolg van de exorbitante terugbetalingseisen van de
geallieerden na de Eerste Wereldoorlog.
Ook de revolutie in Rusland met de
extreme, dictatoriale klassenwaan opvattingen van de Bolsjewieken slaagde
slechts doordat het volk als geheel in een wanhopige, uitzichtloze toestand
verkeerde. Radicale ideologieën vinden een voedingsbodem in maatschappelijk
wanhopige situaties.
-
Zou het kunnen
dat in een tegenovergestelde toestand, waarin de angst om het voortbestaan
geheel op de achtergrond is geraakt, een ideologie die elke autoriteit – dus
ook die van de ratio – overbodig acht, een goede voedingsbodem heeft? Heeft
Rousseau in dat opzicht gelijk? Ongeluk voor hen die niets meer te wensen
hebben en die daardoor zich mogen opmaken om alles te verliezen?
-
Als dat waar is
dan is het thema van de Veerstichting ‘Verdwaald in overvloed’ nog veel te voorzichtig
geformuleerd. ‘Weg met het geloof van leven in overvloed’ zou dan
eerder een motto zijn om warm voor te lopen. Met op de achtergrond de cijfers
die ik eerder noemde over de armoede elders in de wereld zou uit morele
overwegingen mijn radicale motto ook al wenselijk zijn. Maar evenzo om redenen
van eigen belang. Als je denkt aan de eindigheid van onze florissante toestand.
Het schrikbeeld van de ongebreidelde groei van de irrationaliteit die vrij
baan heeft in een wereld waarin de urgentie van echte kennis en een rationele
aanpak van de problemen is verdwenen, noodzaakt ons uit puur zelfbehoud die
irrationaliteit zo hard we kunnen te bestrijden!
-
Ik denk dat ik
niet overdrijf, wanneer ik wijs op massale vormen van irrationaliteit die de
wereld overspoelt. Een van de eerste dramatische gevolgen van de ijverige
wereldverbeteraars in de jaren zeventig was het algemene verbod op het gebruik
van DDT. Waartoe heeft dat geleid? Meer dan 200 miljoen mensen lijden aan
malaria. Jaarlijks sterven er wereldwijd 655.000 mensen3 aan de ziekte. Zonder
DDT verbod zou die plaag snel zo goed als geheel uit de wereld zijn. Over het
funeste gevolg van ondoordachte goede bedoelingen gesproken!
-
In Japan stierven
door een tsunami 27.000 mensen binnen enkele minuten en niemand
als gevolg van radioactieve straling. Toch is in het
volksbesef, de hoofdartikelen in de kranten en de TV-praat- en
achtergrondprogramma’s het echte gevaar daar de ramp met de kerncentrales. Het
heeft in Duitsland geleid tot een besluit al die dingen op te doeken en over te
gaan op stroomvoorziening door middel van onbewezen technologie, die de
afhankelijkheid van kolen en koolwaterstoffen alleen maar dramatisch bestendigt.
-
Wist u dat
delven, vervoer en gebruik van steenkool wereldwijd jaarlijks een 50.000 mensen
het leven kost? En dat windturbines voor stroomopwekking al meer dodelijke
ongelukken hebben veroorzaakt dan kerncentrales inclusief Tsjernobil?
-
Irrationaliteit is overal. Ik heb daarvan in het boek dat ik u noemde talloze
voorbeelden gegeven.
Wie dus bij het
thema ‘verdwaald in overvloed’ slechts denkt aan welvaartseuvels zoals
obesitas, 10 soorten pindakaas, of 300 TV-zenders die is te naïef. De echte
gevaren zijn veel groter. Die verduisteren ons zicht op de tallozen die niet in
de overvloed delen èn ze bedreigen ons eigen voortbestaan.
Ingenieurs en bèta’s in het algemeen moeten de avant
garde vormen in de strijd voor rationaliteit. Wij moeten ons niet laten leiden
door wat de overgrote meerderheid, denkt, voelt en meent. Die meerderheid is
gedrogeerd door de door ons gecreëerde overvloed. Overvloed is er slechts voor
een beperkte groep, niet voor iedereen en niets garandeert de continuïteit.
Uitsluitend de resultaten van gedegen onderzoek moeten ons tot richtsnoer
dienen. Ook als die politiek niet correct zijn, of afdoen aan kortzichtig
winstbejag. (Zulk onderzoek zal niet
door het bedrijfsleven of – althans zonder harde strijd – door de overheid
worden betaald.)
Nieuwegein, 2012 03 29,
verbeterd en aangevuld met dank aan
Anja Damm en Jan Willem Stumpel: 2012 04 03.
Noten.
- Inleiding tot een discussie onder studenten van de TU Delft ter voorbereiding op het
symposium van de Veerstichting in Leiden later dit jaar.
- Webstek
'Honger en armoede'. De genoemde cijfers zijn omstreden. Voor het betoog over de identificatie
is dat niet van belang.
De Economist is optimistischer. Maar de aantallen blijven (te) groot.
- De WHO rapporteerde in 2010: 655.000 doden.
Twan van Venrooy corrigeert dit in 'Medisch Contact' Nr. 6 van 10 feb. 2012.
Hij meldt: 1,24 miljoen doden.
|
|