`

KAPITAAL, BELASTING, INFLATIE & ROOF.

door

C. le Pair
clepair@casema.nl


Samenvatting

De staat en een financiële elite beroven de burgerij. (Nog) Niet met wapengeweld, maar d.m.v. de vier begrippen in de titel. Over het gehanteerde wapen "nepnieuws" gaat dit web blad niet.


Uitleg

Kapitaal is een onzeker bezit. Het kan geconsumeerd worden. Het kan bederven. Het kan geruild worden voor ander bezit of voor diensten. Het kan gestolen worden, door brand, een vliegtuigbom, of een watervloed verdwijnen en nog meer. Het is gebruikelijk de waarde van kapitaal in geld uit te drukken, wat het ruilen en belasting betalen vergemakkelijkt. Maar ook geld is geen absolute maatlat om andere bezittingen langs te leggen en hun waarde te bepalen. Marktsentiment is bepalend voor de ruilwaarde en die kan weer beïnvloed worden door schaarste van goederen en diensten, eveneens door persoonlijke voorkeuren enz.

Uit onderzoek van Th. Picketty e.a.(1) komt naar voren, dat in Westerse landen de geldwaarde van goud nauwelijks veranderde in de periode 1700-1900. Van de periode 1871-1919 geeft GZU-ONLINE(2) jaarlijks de kg-prijs in US $. Die varieert weinig tussen 608-610 US $/kg. Nadien verlieten deze landen de gouden standaard. In de Verenigde staten koste een kg goud daardoor in 2010 US $ 39.369.
Voor de dollar was 2023 een memorabel jaar. Afgemeten tegen de goudprijs was de waarde van de US $ dollar in 2023 ongeveer gelijk aan die van één dollarcent in 1919.

Het verdient aanbeveling bij beschouwingen over kapitaal en in wetten, waarin geldbedragen worden genoemd, die meerdere jaren van kracht zijn, voortaan een jaarindex toe te voegen aan het symbool. Met de hierboven genoemde goudprijzen en aan goud gekoppelde geldwaarde is dan

1 US $1919 = 101,63 US $2023.

De koppeling aan goud lijkt zinvol, omdat de waarde van goud eeuwenlang gelijke tred hield met die van andere kapitaalvormen en -diensten. Dat is precies, wat wenselijk is voor een ruilmiddel.

De Euro zag het licht in 1999. De eindejaars-waarde van goud was toen €1999/kg 9.294,46. In 2023 was dat €2023/kg 60.173,34. Hetgeen betekent:

1 €1999 = 6,47 €2023

Het is aan te bevelen berekeningen van geldhoeveelheden die zich over jaren uitstrekken te indexeren, dan wel een goudstandaard Euro, g€ te hanteren, bv.:

1 g€ die gelijk is aan 1 €1999

Bezit

Goud heeft de prettige eigenschap, dat het vrijwel niet erodeert. Wie in 1999 een goud staaf van 1 kg bezat en die tot 2023 behield, zag zijn bezit onveranderd. Bij andere kapitaalgoederen moet met slijtage, veroudering en verrotting rekening gehouden worden. In Nederland is de gemiddelde levensduur van een bakstenen huis ca. 300 jaar. Die van een olieraffinaderij ca. 50 jaar en van andere maaksels vaak veel minder. De waarde van dergelijke bezittingen daalt in de genoemde tijden dus naar 0, hoe ook gemeten. Nemen we aan dat die bezitswaarde lineair naar nul gaat, dan bezit een huiseigenaar van een huis, dat hij in 1999 kocht voor €1999 200.000, dat in 2023 nog €1999 184.00 waard is. Dat is dan €2023 1.190.480. Wie het huis in dat jaar voor €2023 600.00 verkoopt, doet zichzelf dus bijna een half huis tekort (€2023 590.480). Die lijdt dus een groot verlies. Het is daarom onjuist te spreken over een waardevermeerdering van € 600.000-200.000 = €2023 400.000. Dat is olifanten van paarden aftrekken.


Lenen

Een overheid, die in 1999 g€ 1.000.000 van het volk leent "à 4% jaarlijkse rente" en de lening in 2023 met €2023 1.000.000 terugbetaalt, heeft slechts g€ 154.560 terugbetaald en het volk voor (1.000.000-154.560)*6,47 = €2023 5.470.000 van bezit beroofd.
Belastinggaarders zullen tegenwerpen, dat de overheid jaarlijks 4% rente aan de burgerij betaalde. En dat dat alleen al over de hele periode € 960.000 was. Dat is onjuist. Rente inkomsten worden door de band met 30% belasting teruggevorderd. Die zijn dus niet €i 40.000 per jaar, maar €i 28.000. Echter €i zijn geen g€. De totale rentesom over de periode 1999-2023 is ∑19992023 28000*€i = g€ 324 651. Van de geleende g€ 1.000.000 krijgt de burgerij dus 324.651+154.560 = g€ 479.211 terug.

De roversbuit is dus g€ 520.789 = €2023 3.369.505.

Geen slechte roof, vooral omdat de slachtoffers menen € 960.000 te hebben verdiend.


Conclusies

De staat met de centrale bank zijn niet de enige verdachten van deze roof. Nadat de goudstandaard van de munt was opgeheven, was de staat weliswaar vrijwel de enige, die de truc met leningen en papieren geld bijdrukken, gretig toepaste.
Maar na de liberalisatie van de kapitaalmarkt is ook de geldelite in het gat gesprongen(3). Hoe de rovers onderling de buit verdelen is onbekend. Het lied van Jaap Fischer over tien rovers, die dat in het bos verborgen deden, is wellicht een aanwijzing.
Bankiers maken er ook druk gebruik van via, wat zij noemen "uw bankrekening" en "uw spaarrekening". Het zouden in de gebruikelijke 'newspeak' beter 'money shredder' en 'savings deleter' genoemd kunnen worden. Maar over nepnieuws gaat dit artikel niet.

Het publiek en nationale statistici meten "de inflatie" meest af aan gestegen prijzen voor de consument. Die meting is echter niet aan het verschijnsel zelf, maar aan een symptoom.
De roofbuit gaat naar de scheppers van papiergeld, de schuldmakers/geldleners en creditscheppers (derivaten e.a.). De winkelier, die met het inflatieargument de prijs van een onveranderd artikel verhoogt, doet niet meer dan meer minderwaardig geld voor hetzelfde vragen. Als hij zijn prijzen niet meer verhoogt dan de geldinflatie, is hij als een gewone burger die zijn huis van inbraak vrijwaart.

Nieuwegein, 2024 06 14.

Noten

  1. Thomas Piketty: Kapitaal in de 21st eeuw. Nederlandse vertaling; Amsterdam 2014, De Bezige Bij. Original: Le Capital au XXIe siècle, Èditions du Seuil, Paris France 2013. Met zijn internet online data appendix.
  2. GZU-ONLINE
  3. C.le Pair: Geld en zijn invloed op de economie.

→ top → index