|
dr. c. le pair
Smient 27, 3435 VJ Nieuwegein, The Netherlands.
Aan Zijne Excellentie
Minister H. Kamp
Ministerie van Economische Zaken
Postbus 20401
2500 EK DEN HAAG
Nieuwegein, 2012 11 29.
Betreft: brieven d.d. 2 nov. 2012 van Minister Verhagen a. 2e Kamer
i.z. windmolens.
Excellentie,
Vergun mij een repliek op de genoemde brieven, waarin een door mij geschreven
rapport werd bekritiseerd. De kwestie is urgent. Mocht u daaraan twijfelen, dan
raad ik u eens een blik te werpen op het artikel in Die Welt van deze week:
http://www.welt.de/wirtschaft/article111621123/Deutsche-zahlen-Millionen-fuer-nutzlosen-Windstrom.html.
Voor het gemak voeg ik kopieën van de brieven van Minister Verhagen bij.
Uit de brieven blijkt dat de regering uitgaat van een veronderstelling over de
brandstofbesparing door windmolens, die volgens mijn schattingen te hoog is. Ter
adstructie zijn een proefschrift van dr.ir. Ummels en een KEMA-rapport vermeld.
Ik en enkele collega-onderzoekers, dr. F. Udo en ir. K. de Groot, hebben
aangetoond dat uit het proefschrift blijkt dat de samenvattende conclusie
omtrent inpasbaarheid onjuist is. Dr. Ummels draagt zelf het materiaal aan
waaruit blijkt dat 40% van de windstroom niet in het net kan worden ingepast. In
de dissertatie worden een aantal besparingsbeperkende factoren niet behandeld.
Het KEMA-rapport geeft met zoveel woorden aan dat voor besparing essentiële
factoren bij gebrek aan gegevens niet konden worden meegenomen.
Minister Verhagen schrijft in zijn brieven zelf ook dat benodigde gegevens voor
een exacte schatting ontbreken. Vervolgens wijst hij een onderzoek, waarom door
de heer R. Leegte is gevraagd, dat die gegevens boven water zou moeten brengen,
van de hand. Dit is ongerijmd. Het is onverantwoord miljarden te besteden aan de
grootschalige invoering van een techniek, waarover twijfel bestaat of die aan
het doel beantwoordt. Zeker niet als die zekerheid verkregen zou kunnen worden
d.m.v. een onderzoek dat ~ 1000 keer minder zou kosten.
Daarnaast zijn in de brieven aanmerkingen gemaakt op mijn rapport, die ik mij
moet aantrekken. Zij tonen aan dat uw voorganger de zaak gedetailleerd heeft
bekeken.
Hierover en uiteraard over de hiervoor genoemde bezwaren, schreef ik een
notitie, hier eveneens bijgevoegd.
Tenslotte vermeld ik voor de goede orde, dat mij de beide brieven met een
tussenpoos van enkele dagen bereikten. De eerste was de korte brief, waarop de
redactie van ‘Climategate’ mij om een reactie vroeg. Die brief was beduidend
minder gedetailleerd dan de tweede. Ik schreef er een commentaar op, dat op de
genoemde webstek is gepubliceerd. Voor de volledigheid voeg ik de tekst van die
reactie hier eveneens bij.
Hopend u hiermee van dienst te zijn geweest en bij te dragen aan een goede,
verantwoorde besluitvorming over elektriciteit uit wind in de Nederlandse
energievoorzienig,
Hoogachtend,
Cc.: dhr. R. Leegte, 2e Kamer
Bijlagen: 4.
|
|