WINDMOLENS |
|||||
Er is een 'energieakkoord' bij elkaar gepolderd. Nederland zal in 2020 14% van zijn energiebehoefte putten uit hernieuwbare bronnen en door het energieverbruik terug te dringen*. De 'hernieuwbare energie' komt in hoofdzaak uit wind, zon en biomassa. Met die 14% voldoen we aan de norm van de EU. Energieverbruik terugdringen, besparing dus, is dubbelwijs. Het put de voorraad niet uit. En - politiek niet onbelangrijk - met besparing kan elk gat gevuld. Indien in 2020 de hernieuwbare energie wat lager uitpakt dan molen- en zonnepanelenverkopers hun slachtoffers beloven, kan de regering altijd uit de voeten met 'en de rest is via besparing gerealiseerd dankzij goed beleid'. Niemand kan immers aantonen dat een besparing anders wèl zou zijn gebruikt! Ook politici verzekeren zich graag tegen mislukkingen☻. Zou Minister Kamp de bui al zien hangen?
Met de wijsheid grootschalig windmolens neer te zetten om ons van stroom te voorzien hebben wij ons de afgelopen
jaren veelvuldig beziggehouden. Bekijk de reeks artikelen maar eens op
deze webstek. De conclusie blijft onomwonden: niet doen.
Dat de besparing belangrijk minder is dan publiek, media en overheid denken, staat vast. De overheid rekent volgens de regels van Brussel. Wannneer Minister Kamp's opvolger daar in 2020 te biecht gaat, telt de molenstroom dus lekker mee. De Europese rekenwijze deugt echter niet, dus de besparing die daaruit wordt afgeleid evenmin. En voor de mensen die het moeten betalen lijkt mij het antwoord op vraag 3 toch van belang. Ze krijgen te maken met een verdubbeling van de stroomprijs dankzij de molens met hun gratis wind. 'Waar doen wij het voor?' is een normale vraag wanneer je je beurs moet trekken.
Omdat gewone elektriciteitscentrales alle stroom zullen moeten leveren wanneer er geen wind is - zo'n
situatie doet zich NW Europawijd jaarlijks enkele malen voor - zijn windmolens extra.
Om ze te bouwen, neer te zetten en te bekabelen is energie nodig. De fabricage
van beton, metalen en kunststof vergt fossiele brandstof. Voor het plaatsen van een molen geldt hetzelfde.
Ook de bekabeling en verdere apparatuur voor aansluiting op het net kost energie. En
bovendien moet het landelijk hoogspanningsnet uitgebreid en er moeten veel energie kostende leidingen
naar andere landen worden aangelegd.
Over de effectieve besparing op fossiele energie van opgestelde en aangesloten werkende molens bestaan
diverse schattingen. De overheid gaat uit van één op één vervanging van een
kWh fossiel gemaakte stroom door een kWh windstroom. Om de bespaarde brandstof daaruit af te leiden deelt zij
die stroomhoeveelheid door het rendement van desbetreffende fossiel gestookte generator. Het verbruik van
draaiende generatoren die geen stroom leveren, heet of koud startende en op- en afregelende
generatoren wordt dus vergeten evenals de energie investering, zie boven. Met de technische onmogelijkheid
alle windstroom te accomoderen - het antwoord op vraag 1 is zonder meer: nee - wordt in Den Haag en
Brussel evenmin rekening gehouden. In klare taal: het Haags/Brusselse sommetje is een praatje voor de vaak.
Kortom Nederlanders betalen straks dankzij de molens twee keer zoveel voor hun stroom als nu.
Ze voldoen dan voor het winddeel aan de Brusselse groene norm, maar besparen reëel
|
naar top | naar "LEUK" | naar index |
---|