wetenschap


Interview Elsevier 64 (2008 08 02) pp 72/4.


Simon Rozendaal:

'Nederland verbommelt'

KEES LE PAIR, LANGE TIJD EEN MACHTIGE WETENSCHAPSBESTUURDER, WINDT ZICH OP OVER DE AFNEMENDE WAARDERING VOOR SLIMHEID IN NEDERLAND

De scherpe logicus Tom Poes legt het steeds meer af tegen de praatjesmaker
Ollie B. Bommel, zegt Kees le Pair. Volgens de natuurkundige onderschatten Nederlanders sterk het belang van techniek. De wetenschapsminister biedt helaas geen tegenwicht. `Ronald Plasterk heeft een grote mond, maar hij maakt niks klaar'.

Gedurende dertig jaar was Kees le Pair een van de belangrijkste wetenschapsbestuurders van Nederland. Hij verdeelde subsidies voor onderzoek, adviseerde kabinetten en zat in commissies. Dat er al tientallen jaren geen extra overheidsgeld naar de Nederlandse wetenschap gaat, zit hem hoog. `Vreselijk. Belachelijk. Schrikbarend. We liepen voorop in Europa, maar momenteel doet alleen Griekenland het nog slechter.' Van PvdA-minister Ronald Plasterk, zelf voormalig onderzoeker, verwachtte de Nederlandse wetenschappelijke wereld veel. Te meer daar hij vlak voordat hij in het kabinet stapte, een advertentie ondertekende waarin om een miljard extra voor de wetenschap werd gevraagd. Maar ook hij slaagt er niet in om extra geld voor onderzoek vrij te maken.
Le Pair noemt Plasterk daarom een regelrechte tegenvaller. `Een grote mond, maar hij maakt niks klaar. Nou ja, hij is de enige niet. De afgelopen decennia kon geen enkele minister extra geld voor de wetenschap lospraten.

De groeiende faam van Heer Bommel viel volgens Kees
le Pair samen met de opmars van de retoriek.

Jo Cals was de laatste. Hij heeft ervoor zorggedragen dat het budget van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen groter werd dan dat van Defensie. Maar het kost me moeite om hem te prijzen. Want Cals heeft wel mooi de middelbare school geruïneerd.'

Le Pair maakt zich zorgen over het gebrek aan strategisch denken in Nederland. De regering die niet inziet dat investeren in wetenschappelijk onderzoek de welvaart van overmorgen ten goede komt. Dat er geen kerncentrales worden gebouwd terwijl er een energiecrisis aan de deur klopt. Dat jonge mensen massaal bedrijfskunde en rechten studeren onder het motto: why be a scientist if you can be his boss? Een overheid die zich niet realiseert dat de `maaksector' – de landbouw, de industrie – van wezenlijk belang is. 'In dat opzicht ben ik jaloers op Frankrijk. Dat land is verre van ideaal, maar ze denken wel strategisch. Met hun nucleaire industrie, de luchtvaartsector, hun snelle treinen. Daar kan Nederland het een en ander van leren. Wij zijn kampioen in mooie praatjes, maar in Frankrijk doen ze dingen.'

Volgens Le Pair had Marten Toonder de Nederlandse mentaliteit goed in de gaten. Le Pair heeft eens een studie geschreven over het werk van de Nederlandse stripmaker. Hij ziet een verschuiving optreden van Tom Poes naar Heer Bommel. Tom Poes is de scherpe, slimme logicus, Heer Bommel is de man van de mooie praatjes. Le Pair, felle oogjes, onbevreesde blik, de hoogste eindexamencijfers van de regio Leiden tijdens zijn middelbare schooltijd, voelt zich verwant met Tom Poes. In het vroege werk van Marten Toonder is deze nog de held, maar gaandeweg wordt Heer Bommel steeds belangrijker. Ook in de benaming van de stripalbums komt dit naar voren. Le Pair denkt dat Toonder zag dat Nederland bewoog in de richting van loze retoriek, aan het `verbommelen' was, en daarom Heer Bommel een prominentere rol gaf. `De waardering voor slimheid is afgenomen in Nederland. Het gewicht van de natuurwetenschappen neemt ook af.' Jaren was hij van plan deze theorie aan Toonder voor te leggen, maar toen hij eindelijk het initiatief nam, was het enkele weken voor diens dood. `Hij is er niet aan toegekomen mijn brief te beantwoorden.'

Contrair
Na zijn studie en promotie wilde Le Pair het liefst ontwikkelingswerk doen, maar hij kwam terecht op de Amerikaanse universiteit in Beiroet, waar hij drie jaar assistant professor physics was. Hij doceerde, was correspondent voor NRC Handelsblad en deed onderzoek. Wel wat anders dan in Leiden, waar hij in de lange traditie aldaar (Heike Kamerlingh Onnes) promoveerde op de natuurkunde van temperaturen nabij het absolute nulpunt. `In Leiden was ik gewend dat een technicus vloeibaar helium voor me maakte, waarna ik mijn onderzoek kon doen. In Beiroet maakte ik de ene dag zelf vloeibaar helium, waarna ik de volgende dag kon meten.'
Terug uit Beiroet in 1968 herkende hij Nederland niet meer. `Op de universiteit liepen lui in witte jurken en niemand vond dat gek. Die muziek, lang haar.' Zelf had hij nooit lang haar, zijn enige uiterlijke frivoliteit is een inmiddels wit uitgeslagen baardje, maar in zekere zin maakte Le Pair wel degelijk deel uit van de wilde jaren. Hij weigerde militaire dienst en omschrijft zichzelf nog steeds als een `oude atheïstische anarchist'. Maar het is moeilijk hem onder één noemer te vangen. Zo zat Le Pair eens in een vergadering met wijlen prins Claus die hij vriendelijk maar consequent aansprak met `meneer von Amsberg'. Tegelijkertijd schreef hij een ode aan het Wilhelmus, dat hij als `oudste, eerlijkste en nederigste volkslied ter wereld' oprecht bewondert. Hij was secretaris buitenland van de PSP (die later opging in GroenLinks). Zijn toenmalige vrouw Riek, ook lid van die politieke partij, maakte reclame voor de anticonceptiepil en zei op televisie, gevraagd waarom ze deze slikte: `Omdat ik het lekker vind.' Le Pair schatert zijn aanstekelijke lach. Inmiddels is hij getrouwd met de Russische natuurkundige1 Luba Zoebkova, indologe en gasthoogleraar aan de universiteit van Madras. Tijdens het interview bevoorraadt ze regelmatig de tafel met verse thee en kaakjes.

Le Pair is niet vies van een contrair standpunt. Zo moet hij niet veel hebben van de ophef over klimaatverandering door het broeikaseffect. Hij vertrouwt de onderzoekers die alarm slaan, niet helemaal. `Ze hebben belang bij ophef. Ik weet hoe het werkt bij subsidieaanvragen. Al die meteorologen en klimatologen die op de trom roffelen, willen grotere computers voor hun onderzoek.' Hij betwijfelt of de mens überhaupt wel in staat is om het klimaat te beïnvloeden. `Het klimaat verandert altijd. Nu ook. Of dat echter door CO2 komt, betwijfel ik. In het verleden was er vaak een samenhang, maar dan ging eerst de temperatuur omhoog voordat de CO2-concentratie steeg. Dat moet serieuze wetenschappers toch aan het denken zetten?'


Anarchistische Kees le Pair: 'We hebben meer te vrezen van rechters en politie dan van terroristen'.

Foto Sietske Raaijmakers

Een van de beste dingen die Le Pair ooit heeft geschreven – met glimoogjes: `ja, dat vind ik zelf ook' – dateert van 1991. In NRC Handelsblad – waar hij ook lang columnist was – schreef Le Pair samen met Margriet Jansz het stuk `De onzichtbare techneut'. Daarin betoogden zij dat technici een sterk onderschatte invloed hebben op de loop van de geschiedenis en dat historici daar geen oog voor hebben. De meeste historici weten weinig van techniek. Techneuten zelf hebben niet de neiging om zichzelf op de voorgrond te plaatsen. Tenslotte is historisch onderzoek in octrooiarchieven naar ontwerptekeningen en werktuigen moeilijker dan het doornemen van documenten in staatsarchieven. Le Pair: `Techneuten hebben vaak weinig met macht en machthebbers weinig met techniek.' Daardoor blijven tal van belangrijke technische ontwikkelingen onderbelicht. Een mooi voorbeeld, geleend van een Amerikaanse historicus, is hoe de uitvinding van de stijgbeugel Zuid-Europa van de Moorse overheersing heeft bevrijd. `Aldus konden ruiters veel meer kracht met hun speren uitoefenen. De Moren hadden geen stijgbeugels, de Europeanen wel.'


Hollands glorie: model van de fluit, een superieur schip,
in het Fries Scheepvaart Museum Sneek.

Omwentelingen
Een prachtig vaderlands onderwerp, door Le Pair zelf uitgewerkt, is de invloed van de fluit op de Nederlandse Gouden Eeuw. De fluit was een rank koopvaardijschip dat in de vijftiende en zestiende eeuw technisch superieur was. Mede door die uitvinding – de uitvinder zelf is, in overeenstemming met Le Pairs concept van de onzichtbare techneut, onbekend – vervoerden de Nederlanders meer dan 90 procent van alle lading in Europa, werd de Verenigde Oost-Indische Compagnie de eerste multinational ter wereld, maakte Nederland een Gouden Eeuw door en kreeg Amsterdam zijn schitterende grachtenpanden. Dat kwam niet zomaar uit de lucht vallen, stelt Le Pair, dat is voor een groot gedeelte te danken aan de uitvinding van dat bijzondere schip: de fluit.

Nog zo'n Nederlands voorbeeld is de krukas. Met een krukas wordt een op- en neergaande beweging omgezet in een draaiende, of andersom. Het is, alweer tijdens de Gouden Eeuw, uitgevonden door Cornelis Corneliszn, een molenaar uit Noord-Holland, en het heeft de wereld compleet veranderd: nog steeds zitten er in tal van apparaten en machines, inclusief de auto, diverse krukassen. Het is vanuit intellectueel oogpunt schandalig, vindt Le Pair, dat deze omwentelingen niet in de geschiedenisboekjes terechtkomen, terwijl iedere auteur die een nieuwe roman schrijft of een politicus die een nieuwe wet uitvaardigt, wel onsterfelijk wordt. `Dit soort uitvindingen kunnen echt de wereld op zijn kop zetten.'

Een prachtig, meer recent voorbeeld is de radar. De geallieerden hebben naar de vaste overtuiging van Le Pair de Tweede Wereld-oorlog gewonnen1 doordat zij de beschikking hadden over een goede radar. Nederlandse onderzoekers waren vlak voor de oorlog heel ver met de ontwikkeling van een nieuw soort radar. Die is vlak voor de inval van de Duitsers in 1940 naar Engeland gesmokkeld, samen met de onderzoekers die erbij betrokken waren. Mede daardoor konden Engeland en de Verenigde Staten hun superieur detectie-systeem ontwikkelen. `Zowel de antenne als het omgaan met korte golven komt uit Nederland. Wij zijn daarvan zelf nauwelijks op de hoogte, maar een vooraanstaand Amerikaanse techniekhistoricus heeft het over de Nederlands Engelse radarontwikkeling.'

Le Pairs nieuwste preoccupatie is de rechterlijke macht. Hij is de opvatting toegedaan dat Nederlandse rechters te weinig afweten van natuurwetenschap en dat daardoor grote fouten worden gemaakt.

`Iedereen heeft het maar over terrorisme. De waarheid is dat er in Nederland sinds 1672 in vredestijd maar drie doden zijn gevallen door terrorisme. We hebben meer te vrezen van rechters en politie dan van terroristen2.
'De directe aanleiding is de zaak Lucia de Berk, de Haagse verpleegkundige die is beschuldigd van zevenvoudige moord op ongeneeslijk zieke kinderen. Le Pair dook op verzoek in de affaire en was geschokt door de wijze waarop de rechtbank omging met het verschijnsel `deskundigheid' en aankeek tegen natuurwetenschap. Hij is ervan overtuigd dat Lucia de Berk zes jaar onschuldig in de gevangenis heeft doorgebracht. Wat hem bovenal stoort, is dat iemand die de titel draagt van hoogleraar toxicologie automatisch op de hoogte moet zijn van allerlei deelgebieden van de toxicologie. Bij statistiek vertrouwde de rechtbank volgens Le Pair zelfs op een regelrechte 'knoeier'.

Kees le Pair
Rasbestuurder

Dr. Kees le Pair (1936) studeerde natuurkunde in Leiden en promoveerde daar ook. Hij was een van de eerste demonstranten in Nederland tegen Russische en Amerikaanse atoomproeven. Hij was aanvankelijk actief binnen de PSP en werd later lid van de VVD. Hij was sinds 1968 directeur van de Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie, FOM1, en tot 1999 directeur van de Technologiestichting STW.

`Ik had me nooit met het recht beziggehouden. Ging er, zoals iedereen waarschijnlijk, van uit dat het wel goed zat in Nederland. Tot ik in de zaak Lucia de Berk dook. Ik werd bozer en bozer van het geklungel. Het is onbegrijpelijk dat Nederlandse rechters de deskundigheid van een deskundige niet proberen te wegen. Ze veronderstellen dat een hoogleraar toxicologie alles van het gif digoxine weet. Nou, op basis van mijn ervaring bij het beoordelen van subsidies weet ik dat je vier, vijf telefoontjes moet plegen, net zo lang tot je de digoxinespecialist van Nederland, of beter nog, van de wereld, te pakken hebt. Dat is de manier om deskundigen te zoeken.' De rechters bij Lucia de Berk begrepen niet precies waar het om ging, haar advocaat begreep het niet, zelfs de aangezochte deskundigen wisten niet precies waarover ze het hadden. Een prachtig voorbeeld van `verbommeling'. `Met wel als consequentie dat een vrouw levenslang kreeg en zij, voordat we haar voorlopig vrij kregen, naar mijn stellige overtuiging zes jaar onschuldig in de gevangenis heeft gezeten.'

Naschrift.
1) Riek mijn eerste echtgenote, was natuurkundige, net als ik. Maar Luba, mijn huidige vrouw, heeft met natuurkunde niet meer, dan dat ze met een Russisch fysicus was getrouwd, voor ze hier in Nederland door mij te huwen, dezelfde fout maakte.
Een wereldoorlog winnen doe je niet met radar alleen. Maar belangrijk was het wel.
In 1968 werd ik lid van de FOM-directie, geen directeur. Pas na een inwerkperiode van enkele jaren - rond mijn 35ste - kreeg ik daar de belangrijkste beleidsbepalende rol.
2) Nadat het interview was verschenen, wees de heer J.A.S. Joustra, hoofdredacteur van Elsevier, mij terecht. In een Wikipedia overzicht van terroristische aanslagen sinds 1970 in Nederland staan een reeks aanslagen met fatale gevolgen. Niet alle slachtoffers in dat overzicht passen in de door mij bedoelde categorie. Maar het zijn er wel tenminste tien! En dat is heel wat anders dan 3 sinds 1672.
Tien in 38 jaar verandert niets aan mijn risico belevenis en aan mijn stelling: 'juristen zijn gevaarlijker dan terroristen'. Zie Rechtsonzekerheid. De kansen slachtoffer te worden van andere calamiteiten, zoals gewone moorden, verkeersongevallen enz. of fouten van politie, justitie of AIVD zijn zoveel groter, dat ik mij blijf verzetten tegen inperking van onze vrijheden en vergroting van de bevoegdheden van die instanties. Als ze nu nog uitsluitend zouden bestaan uit heiligen of uiterst correcte mensen. Maar zolang ook daarin doorsnee Nederlanders zitten, zijn we in dat opzicht al te ver gegaan.